HET ROODE HUYS AAN DE TRANS 13 TE UTRECHT
Jantje zag eens pruimen hangen,
o! als eieren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het loopen tegen
voor aan op het middelpad.
Kom mijn Jantje, zei de vader,
kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken;
nu heeft vader Jantje lief.
Daar op ging Papa aan 't schudden,
Jantje raapte schielijk op;
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
en liep heen op een galop.
Wie kent dit gedicht niet? Generaties zijn opgegroeid met dit versje geschreven door Hieronymus van Alphen. Deze woonde van 1772 tot 1776 in het Roode Huys aan Trans 13 in Utrecht. Inspiratiebron voor dit gedicht was hoogstwaarschijnlijk de nog immer aanwezige diepgroene wandbespanning met rococo motieven uit 1730. Het is op linnen geschilderd, met bloem- en fruitmotieven – waaronder pruimen - met gouden en zilveren accenten. Met de organische elementen die op het behang staan afgebeeld en het uitzicht op de fraai aangelegde tuin lijkt het net alsof je midden in de natuur zit. De kamer heeft daarom de toepasselijke bijnaam de ‘Tuyn Sael’.
HET ROODE HUYS
Op de voorgevel, die in de 18e eeuw een gepleisterde en geschilderde lijstgevel heeft gekregen zaten vele lagen verf. Daaronder bleek een rode laag te zitten. Aannemelijk is dat dit het rode huis in de Trans was waar Hieronymus van Alphen in zijn dagboek over spreekt als zijn woonhuis.
Maar er is meer. Veel meer!
Het Roode Huys ligt vlak onder de Dom van Utrecht en werd oorspronkelijk gebouw tussen 1618-1620. De afgelopen vijftig jaar is het huis met heel veel liefde bewoond door musicus en renaissance trombonist Paul Smit (1938). Het interieur bevindt zich grotendeels in de oorspronkelijke staat en is een ware tijdcapsule waarbij de tijd heeft stilgestaan. Het pand is ingericht met meubels en schilderijen in de oorspronkelijke stijl naar hoe het werd bewoond door de voorname burgers van Utrecht in de zeventiende en achttiende eeuw. Het huis heeft de grootste achtertuin en – uniek – als enige huis aan de Trans een eigen achterom. De tuin zelf is ingericht als formele stadstuin en ligt pal zuid.
Trans 13 heeft een woonoppervlak van maarliefst 367 m² en kent zelf 7 goed bewoonbare kamers met prachtig oud patin en hoge plafonds, de reeds besproken Tuyn Sael en een eenvoudige tussenkeuken met bovengelegen comptoir op de begane grond. Op de verdieping bevinden zich een drietal riante (slaapkamers en de kapverdieping herbergt twee fraaie gerieflijke appartementjes.
OMSCHRIJVING BEGANE GROND (129 m²)
De monumentale voordeur uit de 18e eeuw heeft een prachtig bovenlicht. Een grote lantaarn geeft ’s avonds een sprookjesachtig lichtschijnsel. Het huis is nog voorzien van een oorspronkelijk slot met zeer zeldzame vouwsleutel. De lichte, marmeren gang staat in groot contrast met de donkere voorkamer, ingericht naar 17e eeuws voorbeeld. Het eerste wat opvalt is het bijzondere goudleer behang dat bijna de gehele omtrek van de kamer bedekt. Dit behang is zeer zeldzaam en kostbaar en na een grondige restauratie verkeert het in zeer goede staat. Met de inrichting heeft Smit zich helemaal ingeleefd in deze tijd en het lijkt net alsof het Meisje van Vermeer even weggelopen is voor een koffiepauze. Glazen uit Venetië sieren de schouw, waardevolle borden staan hoog op de kast en tegen de muur staat een middeleeuwse piano. De achterwand van de voorkamer heeft een eiken lambrisering met een fraaie bedstee.
UITBREIDING 18e EEUW
In het begin van de 18de-eeuw is het pand naar achteren uitgebreid. Op de begane grond kwam toen aan de achterzijde een ruime, voorname salon voor deftige ontvangsten: de Tuyn Sael. In deze kamer ontdekte Smit tijdens zijn restauratiewerken naast de linnen wandbekleding met rococo-motieven uit 1730 ook een twee-en-halve meter brede, marmeren Louis XV schouw uit de 18e eeuw die achter betimmeringen tevoorschijn kwam. En uniek: het blijkt een van de breedste schouwen van Nederland te zijn. Vanuit de Tuyn Sael is er uitzicht op de fraai aangelegde Franse tuin.
Het huis is met liefde voor oude materialen en behoud van oorspronkelijke indeling zeer terughoudend gerestaureerd. Dat betekent dat het een huis is dat een liefhebber in vervoering zal brengen. Een tijdscapsule met ruim 400 jaar geschiedenis: dit is vrijwel nooit te koop.
Tussen de 17e eeuwse voorkamer en de 18e eeuwse Tuyn Sael bevindt zich een eenvoudige keuken. Hier staan antieke koperen pannen op een inductiekookplaat. Hierboven bevindt zich een tussenruimte dat oorspronkelijk werd gebruikt als comptoir (kantoor). Naast de Tuyn Sael is een berging die eenvoudig getransformeerd zou kunnen worden naar een keuken die meer past bij de 21e eeuw zonder de oorspronkelijke indeling geweld aan te doen.
Bij de uitbreiding in de 18e eeuw werd tevens een stuk van de buren geannexeerd. De toen heersende mode met grote hoepelrokken vroeg om een grotere trappartij zodat de dames – zonder halsbrekende toeren – naar de bovengelegen verdieping konden gaan en de oorspronkelijke wenteltrap werd vervangen door een statige trap. Ook de toegang tot de stahoge en droge kelder met tongewelf is bij die uitbreiding gerealiseerd. De vloer is betegeld met oorspronkelijke rode tegels. De deur naar de kelder is een fraai beschilderde deur afkomstig uit het huis van de familie Philips uit dezelfde periode.
EERSTE VERDIEPING (127 m²)
De statige trap naar de eerste verdieping - inclusief bordes - is er nog steeds en geeft een prachtig tijdsbeeld uit die periode. Op de verdieping een overloop die toegang geeft tot alle vertrekken. De paar honderd jaar oude plankenvloeren zijn robuust en geven deze verdieping karakter. Het plafond op deze verdieping heeft een moerbalklaag uit de 18e eeuw. Rechts bevindt zich de voorkamer. Deze staat in verbinding met een kleine hal waar zich nog een originele plee bevindt met een plank en een poepgat. De voorkamer zelf bevindt zich over de hele breedte van de straatgevel aan de Trans. Het is een lichte en grote ruimte en ook hier het fraaie moerbalken plafond. Er is een schouw in de stijl van renaissance. De voorkamer wordt gesierd door een prachtig hemelbed met een stijlvolle eikenhouten omkasting. Hierachter bevindt zich een kleine badruimte met een groot gietijzeren bad en een in de panelen kastenwand verstopte douche. Oorspronkelijk was dit de poederkamer voor de pruiken. Aansluitend is een tweede badruimte met aanrecht met doorgang naar de achterkamer aan de rechterzijde.
De achterkamers zijn ook vanuit de overloop bereikbaar. Deze twee stijlkamers zijn voorzien van bijpassende behang met bloemmotieven en geven deze kamers veel sfeer. Vanuit de achterkamers is een fraai zicht op de formele Franse tuin.
ZOLDER (110 m²)
De oorspronkelijke wenteltrap naar de zolderverdieping is nooit gerenoveerd en is de enige trap naar de verdieping. In de laat-16de-eeuwse en 17de-eeuwse woonhuizen werden spiltrappen vrijwel standaard toegepast, zo ook hier en om licht en ruimte zo efficiënt mogelijk te benutten, werden de trappen tussen de voor- en achterkamer geplaatst. Oorspronkelijk werd op de zolder de was opgehangen en gestreken. Aan voor- en achterzijde zijn twee gerieflijke appartementjes gerealiseerd waar menig hoogleraar de afgelopen 50 jaar heeft vertoefd. De kapconstructie aan de voorzijde met dubbele schaargebinten dateren nog uit de bouwtijd (1618-1620) de kapconstructie aan de achterzijde dateert uit de 18e eeuw.
GESCHIEDENIS HET ROODE HUYS
Van 1849 tot 1968 was in het pand antiquariaat Van Huffel gevestigd. Heel intellectueel Utrecht vond hier zijn weg naar deze boekentempel. De huidige eigenaar kocht het pand in 1970. Het huis was vervallen en stond sinds het vertrek van Van Huffel leeg. Er was nauwelijks elektrische verlichting. Er hadden drie generaties boekverkopers in het huis gewerkt en het hele huis was voorzien van boekenplanken. Afgelopen 50 jaar is het huis gerestaureerd waarbij zoveel mogelijk is gewerkt met originele materialen en bijbehorende vormgeving.
HIERONYMUS
Hieronymus van Alphen (1746-1803) is geboren in Gouda. Na het overlijden van zijn vader verhuist zijn moeder naar Utrecht. Van Alphen volgt de Latijnse School, studeert rechten in Utrecht en leiden. Hij is publiek vooral bekend van zijn kindergedichten, waarvan de bekendste: Jantje zag eens pruimen hangen, o, als eieren zo groot! Minder bekend was dat hij in die tijd een vooraanstaand jurist was. In 1768 werd hij benoemd tot advocaat-generaal aan het Hof van Utrecht en promoveert 12 jaar later tot procureur-generaal. In 1780 woont hij op de Nieuwe Gracht 65 en in 1785 op Lange Nieuwstraat 65. In 1781 trouwt hij voor de tweede keer. In 1789 weigert hij mee te werken aan de politieke vervolgingen van patriotten en neemt hij om die reden ontslag. Hij verhuist naar Leiden waar hij de functie aanvaardt als pensionaris, een veel minder aanzienlijke baan. Hij overlijdt in 1803 als gevolg van een beroerte.
KORTOM
Een eindeloos huis dat bij uitstek geschikt is voor een liefhebber van bijzondere woningen uit de 17e en 18e eeuw. Door de oorspronkelijkheid is het bij uitstek geschikt voor een architectuurliefhebber, historicus maar ook een huis dat zich leent voor meerdere doeleinden zoals bijvoorbeeld wonen en werken aan huis, als trouw-, trainings-, of vergaderlocatie, een huis voor bezinning, coaching, praktijk aan huis en een tempel voor kunst en cultuur.
De gemiddelde bewoning was de afgelopen 410 jaar circa 22 jaar. U kunt de 20e generatie zijn.
INTERESSE?
Neem contact met ons op, wij informeren u graag.